Geplaatst op Geef een reactie

Introductie tot Vedisch chanten

Vedisch mantra chanten

Vedisch chanten is, net als meditatie, een spirituele beoefening, die hand in hand gaat met Advaita Vedanta. Het chanten van Vedische gebeden maakt je aandachtig voor de universele wetten, die alles met elkaar verbinden in dit wonderlijke heelal. De mantra’s dragen de visie van Vedanta dat er niet één God is, dat er niet vele goden zijn, maar dat alles God is. Steeds opnieuw brengen de Vedische gebeden je bij de ene, non-duale werkelijkheid.

Vedische gebeden kunnen we in twee groepen verdelen: mantra’s uit de Veda’s en verzen uit de Vedische cultuur en literatuur. In het boek Vedische Gebeden vind je beide typen gebeden.

Mantra’s uit de Veda’s

De Veda-mantra’s zijn in veel opzichten bijzonder. Allereerst hun oorsprong: ze vormen de oudste spirituele geschriften waar de mensheid over beschikt. Duizenden (!) jaren geleden zijn de Veda-mantra’s gehoord door meer dan 400 ṛṣi’s, grote zieners, mannen en vrouwen die een zeer subtiele geest hadden. Zij beschouwden de mantra’s niet als hun kennis en daarom hebben de Veda’s geen auteur. Door strikte chantregels aan te houden en speciale technieken te gebruiken om fouten te voorkomen, konden de mantra’s duizenden jaren van generatie op generatie zuiver doorgegeven worden en behouden blijven. Deze chant-traditie is in 2008 erkend als UNESCO Werelderfgoed.

Ten tweede is de inhoud van de Veda-mantra’s uniek. De mantra’s beschrijven de kosmische wetten die het universum besturen en onthullen dat de ene, allesdoordringende werkelijkheid je eigen essentie is. Hun inhoud overstijgt landsgrenzen en culturen en is buitengewoon waardevol voor iedere spirituele zoeker.

Tot slot heeft de vorm van de mantra’s een zegenende kwaliteit. De klanken van het Sanskriet en het ritme van de tekst creëren orde en harmonie in je geest. Het chanten van de mantra’s volgens strikte regels vergroot je concentratievermogen. Je geest wordt scherper, kalmer en verfijnder, wat nodig is voor het begrijpen van de subtiele kennis van Vedānta.

Luister hieronder naar de Veda-mantra Bhadraṁ karṇebhiḥ.

Verzen en lofzangen

Naast de Veda-mantra’s bestaat er ook een zeer grote verzameling gebeden binnen de Vedische cultuur. Dit zijn verzen (śloka’s) en lofzangen (stotra’s) die in de periode na het beschikbaar komen van de Veda’s geschreven zijn en die dezelfde visie uitdragen. Het zijn chants waarmee je je dagelijks leven spiritueel kunt maken. Voor elk moment van de dag en elke situatie is er wel een passend vers dat je kunt chanten om je te verbinden met Īśvara.

Je kunt de dag bijvoorbeeld afsluiten met onderstaand gebed dat zegt: ‘Mogen álle wezens gelukkig zijn.’ Het is een gebed dat je innerlijke rust geeft en je helpt om compassie te ontwikkelen.   

oṁ svasti prajābhyaḥ paripālayantām | nyāyena mārgeṇa mahīṁ mahīśāḥ
go brāhmaṇebhyaḥ śubhamastu nityam | lokāḥ samastāḥ sukhino bhavantu

‘Mogen alle mensen gelukkig zijn. Mogen de heersers de aarde rechtvaardig besturen.
Moge er altijd voorspoed zijn voor dieren en wijzen. Moge iedereen gelukkig zijn.’

kāle varṣatu parjanyaḥ | pṛthivī sasyaśālinī
deśo’yaṁ kṣobharahitaḥ | brāhmaṇāḥ santu nirbhayāḥ

‘Moge het regenen op de juiste tijd.
Moge de aarde graan produceren.
Moge dit land vrij zijn van schaarste.
Mogen de wijzen zonder angst leven.’

Vedānta-teksten

In het boek Vedische Gebeden zijn ook een tiental korte Vedānta-teksten van Ādi Śaṅkara opgenomen, zoals de prachtige ochtendcontemplatie Prātaḥ Smaraṇam. Meteen na het wakker worden kun je deze verzen chanten (of lezen) om je de stralende, onbegrensde natuur van jezelf te herinneren.

1

prātaḥ smarāmi hṛdi saṁsphuradātmatatvaṁ
saccitsukhaṁ paramahaṁsagatiṁ turīyam
yatsvapnajāgarasuṣuptamavaiti nityaṁ
tadbrahma niṣkalamahaṁ na ca bhūtasaṅghaḥ

‘Vroeg in de morgen herinner ik me de stralende waarheid van het zelf in de geest: het onveranderlijke, onbegrensde bewustzijn, het ultieme doel van sannyāsī’s, de ‘vierde’ en wat altijd de getuige is van de droom, wakende staat en diepe slaap. Ik ben die onverdeelde brahman en niet een product van de elementen.’

2

prātarbhajāmi manasā vacasāmagamyaṁ
vāco vibhānti nikhilā yadanugraheṇa
yaṁ neti neti vacanairnigamā avocan
taṁ devadevamajamacyutamāhuragryam

‘Vroeg in de morgen vereer ik met mijn geest dat wat niet bereikbaar is door middel van woorden, maar door wiens zegen alle woorden tot bestaan komen en waarover de Veda’s hebben gesproken met de woorden ‘niet dit, niet dit’. De wijzen zeggen dat dit de deva van de deva’s is, de ongeborene, de onveranderlijke, die voorafgaat aan alles.’

3

prātarnamāmi tamasaḥ paramarkavarṇaṁ
pūrṇaṁ sanātanapadaṁ puruṣottamākhyam
yasminnidaṁ jagadaśeṣamaśeṣamūrttau
rajjvāṁ bhujaṅgama iva pratibhāsitaṁ vai

‘Vroeg in de morgen maak ik een buiging naar dat wat voorbijgaat aan de duisternis van onwetendheid, wat schittert als de zon, wat vol en compleet is, wat altijd aanwezig is en wat gekend wordt als het allesdoordringende, meest verheven wezen, in wiens onbegrensde vorm het volledige universum verschenen is, zoals een slang verschijnt in een touw.’

Deze en vele andere devotionele Sanskriet-teksten vind je in het boek Vedische Gebeden.

Chantles volgen

In dit boek vind je geen uitleg over de chantregels en de Sanskriet-uitspraak. Om goed te leren chanten is het nodig om les te volgen, want het Sanskriet heeft klanken die het Nederlands niet heeft. Ook komt er veel precisie bij het chanten kijken.

Voor traditionele chantlessen speciaal voor Vedanta-liefhebbers kun je kijken op www.advaita.nl.

Geplaatst op 2 reacties

Wat is de Bhagavad Gita?

De Bhagavad Gita is een duizenden jaren oud geschrift dat onderdeel uitmaakt van het grote, Indiase epos de Mahabharata. De Bhagavad Gita heeft de status van heilig geschrift, omdat haar boodschap voor iedereen, in elke tijdsperiode, op elke plaats in de wereld relevant is. Dit komt omdat de Gita over fundamentele onderwerpen gaat, zoals: wat is de oorzaak van menselijk lijden, wat is de aard van de wereld en God, en wie ben ik?

‘Bhagavad Gita’ betekent ‘Lied van de Heer’ en bestaat uit 700 verzen verdeeld over 18 hoofdstukken. De Gita geeft op relatief toegankelijke wijze de essentie van de Upanishads weer. De auteur Veda Vyāsa presenteert de kennis van de Upanishads in de vorm van een dialoog tussen Arjuna, een prins en machtige krijger, en Krishna, de leraar.

Samenvatting

Het verhaal in de Mahabharata gaat in het kort als volgt. Centraal staat een vorstenfamilie, de Kuru’s. Binnen deze familie ontstaat er tweespalt over wie het koninkrijk behoort te regeren: de zonen van Pāṇḍu, de Pāṇḍava’s, waar Arjuna toebehoort, of de zonen van Dhṛtarāṣṭra, de oudere, blinde broer van Pāṇḍu. Om de gemoederen te sussen besluit koning Dhṛtarāṣṭra het koninkrijk te verdelen tussen zijn oudste zoon en de Pāṇḍava’s.

Dhṛtarāṣṭra heeft honderd zonen, de Kaurava’s genaamd. De meesten van hen dragen een naam beginnend met het voorvoegsel dur, wat ‘slecht’ betekent. Zij doen hun naam eer aan. Duryodhana, de oudste, is niet tevreden met slechts een deel van het koninkrijk. Hij is jaloers op de Pāṇḍava’s en probeert hen overal in dwars te zitten. Hij kan hun succes en geluk niet aanzien en eigent zich uiteindelijk hun deel van het koninkrijk onrechtmatig toe met als gevolg dat niet alleen zijn neven, maar het hele volk lijdt.

Arjuna en zijn broers hebben als prinsen niet alleen recht op hun deel van het koninkrijk, ze hebben ook een plicht om toe te zien dat er rechtvaardig gehandeld wordt. Het is geen optie om niets te doen. De Pāṇḍava’s doen er alles aan om het conflict niet te laten escaleren, maar Duryodhana’s gedrag maakt een oorlog uiteindelijk onvermijdelijk.

Het conflict van Arjuna

Als de Bhagavad Gita begint staat Arjuna midden op het slagveld met zijn strijdwagen en Heer Krishna als zijn wagenmenner, klaar om te vechten voor het behoud van dharma (harmonie) in het koninkrijk. Maar zodra hij zijn familie, leraren en vrienden voor zich ziet staan en beseft dat hij ze zal moeten doden om de oorlog te winnen, raakt hij hevig in conflict met zichzelf.

Aan de ene kant heeft Arjuna als krijger de plicht om te vechten en dharma in zijn rijk te handhaven, aan de andere kant voelt hij een grote liefde voor de mensen die hij voor zich ziet staan. Hij weet niet meer wat juist is om te doen.

Krishna onderwijst innerlijke groei en zelfkennis

Arjuna zakt in elkaar van verdriet. Hij is niet in staat om te vechten en vraagt Krishna om hulp. Krishna zegt: je hebt geen reden voor verdriet, want het zelf is onverwoestbaar.

‘Wapens kunnen dit zelf niet verwonden, vuur kan het niet verbranden, water kan het niet natmaken en de wind kan het niet verdrogen. Dit zelf kan niet verwond, verbrand, natgemaakt of verdroogd worden. Het is onveranderlijk, allesdoordringend, stabiel, onbeweeglijk en blijft altijd bestaan.’
Bhagavad Gita II.23 en 24

Krishna leert Arjuna om emotioneel volwassen te zijn in deze bijzonder moeilijke situatie. Ook onderwijst hij Arjuna universele waarden, karmayoga, devotie, juiste voeding en meditatie.

De Bhagavad Gita biedt ons de kennis om een gezond leven te leiden, zowel fysiek als mentaal, en heeft een visie op de werkelijkheid van de wereld en jezelf. De Gita zegt: wat je in essentie bent is volmaakt. Je bent onbegrensd bewustzijn, vrij van elk gebrek.

Aan het einde van de Bhagavad Gita is Arjuna al zijn twijfels kwijt, is zijn geest weer helder en weet hij wat juist is om te doen.

Meer lezen?

In het boek ‘De essentie van de Bhagavad Gita’ geeft Swami Dayananda een klassieke Vedanta-uitleg van de Gita. Diepgaand en helder bespreekt hij alle belangrijke onderwerpen aan de hand van een selectie verzen.
Neem een kijkje in dit boek

De complete Bhagavad Gita lezen?

Voor wie de Bhagavad Gita in zijn geheel wil lezen, hebben we een prachtige hardcover editie uitgegeven en een Studieboek met het Sanskriet en de woordvertaling.