Geplaatst op Geef een reactie

De diepgang van de Bhagavad Gita in 3 verzen

De Bhagavad Gita is een klein boekje met een grootse visie op het leven. Het is een dialoog tussen Heer Krishna en de prins Arjuna en bestaat uit 700 verzen. Om een idee te geven van de diepzinnigheid en reikwijdte van dit hindoegeschrift deel ik in dit artikel drie van mijn favoriete verzen. Het eerste vers gaat over emotionele groei, het tweede over Īśvara (God) en het derde over de onveranderlijke essentie van alles dat leeft.

Vers 1

‘U hebt keuze in uw handelingen, nooit in de resultaten. Beschouw uzelf niet als de oorzaak van de resultaten van uw handelingen. Wees niet gehecht aan inactiviteit.’
Bhagavad Gita II.47

De Bhagavad Gita staat vol met inzichten over hoe je evenwichtig kunt blijven bij alles wat je meemaakt in het leven: plezier en pijn, vreugde en verdriet, lof en kritiek. Karmayoga is hiervoor de sleutel. Karmayoga is een groot onderwerp. Het is een houding naar je handelingen, waarbij je je gewaar bent van Īśvara (God). Zie het boek Emotioneel Volwassen. Dit vers beschrijft het begin van karmayoga, namelijk de realisatie van een feit waar we zelden bij stilstaan.

Het feit is: je hebt een keuze in je handelingen, maar niet in de resultaten. Je kunt kiezen om iets te doen, het niet te doen of het anders te doen. Maar eenmaal gekozen, heb je geen keuze in het resultaat.

Je kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om iemand een bos bloemen te sturen, om geen bloemen te sturen of om de bloemen zelf langs te brengen. Wanneer je de bos bloemen eenmaal hebt opgestuurd, heb je niets meer te zeggen over het resultaat. Of de bloemen geaccepteerd worden of niet, of je een reactie krijgt of niets meer hoort, dat heeft met allerlei bekende en onbekende factoren te maken waar je geen invloed op hebt.

Als je dit feit ‘je hebt keuze in je handelingen, niet in het resultaat’ tot je door laat dringen, wordt het leven al een stuk overzichtelijker. Je kunt je eenvoudigweg richten op waar je wel invloed op hebt in je leven: je handelingen.

Onze maatschappij heeft een obsessie voor resultaten, in de vorm van het aantal declarabele uren, cliënten of likes. Als je per se een bepaald doel wilt bereiken met je inspanningen, dan geeft dat veel stress, want je hebt het resultaat niet in de hand en dat voel je aan. De Bhagavad Gita spoort ons aan om ons te concentreren op onze handelingen en ons geen zorgen te maken over het resultaat.

Vier mogelijke resultaten

Het enige dat we zeker weten is dat elke handeling vier mogelijke resultaten heeft, zoals Swami Dayananda in Emotioneel Volwassen stelt.

Het resultaat van elke handeling is:

1. precies wat je verwachtte,
2. meer dan je verwachtte,
3. minder dan je verwachtte,
4. of het tegengestelde van wat je verwachtte.

Je handelt om een bepaald verlangen te vervullen, maar heel vaak loopt het anders dan verwacht. Dit geldt voor iedereen. Waarom? We moeten het doen met onze beperkte kennis en kunde. We kennen niet alle factoren die meespelen bij het vormen van het resultaat, laat staan dat we er controle over hebben. Maar één ding is zeker: er zijn vier resultaten mogelijk. Willen we onze balans behouden, dan kunnen we hier maar beter op voorbereid zijn.

Stel, je stuurt de bos bloemen in de hoop dat je relatie met de ontvanger tot bloei komt. Nu zijn bovenstaande vier resultaten mogelijk. Als je hierop voorbereid bent, zal je emotionele reactie op een eventueel tegengesteld resultaat minder heftig zijn.

Niemand is een mislukkeling

Als het resultaat tegengesteld is aan je verwachting, dan kun je jezelf een mislukkeling voelen. Maar kun je falen als je geen controle hebt over het resultaat? Hoeveel kennis je ook hebt vergaard, hoeveel je ook geoefend hebt, het resultaat kan toch tegenvallen. Denk aan topsporters die hun doel niet behalen. Het overkomt ons allemaal, omdat we niet de baas zijn over alle factoren die meespelen.

Je bent niet de baas over de natuurwetten, je bent niet de baas over anderen en ook niet over je eigen lichaam en geest. Je bent zelfs niet de baas over je ademhaling. Elke ademhaling is gegeven, elke hartslag is gegeven. Dat je kunt denken en voelen is gegeven. Dat je bestaat is gegeven. Alleen al het feit dat je bestaat maakt je succesvol. Dit is een gezonde kijk op het leven.

Als je dit onderscheid goed doorkrijgt – ik heb een keuze in mijn handelingen, maar niet in het resultaat – dan nemen zorgen en gevoelens van schuld en schaamte af. We hebben nou eenmaal slechts beperkte kennis en we kunnen de wereld niet naar onze hand zetten. Wel kunnen we leren van ervaringen en genieten van alles dat gegeven is.

De Bhagavad Gita zegt: doe je best, ‘wees niet gehecht aan inactiviteit’. Probeer je verlangens te vervullen, terwijl je in harmonie leeft met je omgeving, en laat het resultaat over aan de universele wetten.


Vers 2

‘O Arjuna, ik verwarm de wereld. Ik hou de regen vast en ik laat de regen los. Ik ben onsterfelijkheid en ik ben ook de dood. Ik ben oorzaak en gevolg.’
Bhagavad Gita IX.19

Alles is gegeven; van jouw lichaam tot aan de hemellichamen. We hebben niets zelf gecreëerd. Waar is dan de Gever? Krishna zegt: ik ben overal aanwezig. ‘Ik ben het licht in de zon, dat de aarde verwarmt. Ik hou de regen vast en ik laat de regen los. Ik zorg voor het verschijnen van de seizoenen.’

De Vedische visie op God (Īśvara) is dat er niet één God is, ergens in een hogere wereld, en zelfs niet dat er vele goden zijn, maar dat er enkel God is. Zie het artikel Een groter perspectief.

Als er enkel God is, dan is elk aspect van het leven goddelijk. De oorzaak van de wereld staat niet op afstand, maar is in alles aanwezig in de vorm van talloze wetten en ordes. Dankzij natuurwetten warmt de zon de aarde op en kennen wij in Nederland vier seizoenen. Ook in mijn lichaam, gedachten en emoties zie ik Īśvara in de vorm van de biologische orde, cognitieve orde en psychologische orde. Ik kan begrijpen dat ik kan handelen dankzij de wetten van Īśvara en dat ik de resultaten van mijn handelingen van Īśvara ontvang. De Bhagavad Gita spreekt over de wet van karma en dharma. En al deze wetten zijn met elkaar verbonden in één onfeilbare orde.

De Bhagavad Gita bevat talloze beschrijvingen die je helpen om je gewaar te worden van deze verbondenheid met Īśvara. Zo transformeert een leven van stress en sleur in een leven van ontspanning en verwondering. Je kunt rusten in de erkenning van de onfeilbare bron die overal aanwezig is en alles bestuurt. En je kunt extra genieten van het wonder dat het leven is. Het wonder in de vorm van de zon en de regen. Elk aspect van het leven krijgt diepgang, zo diep als je begrip van Īśvara reikt.


Vers 3

‘Weet dat het werkelijke, dat dit alles doordringt, onverwoestbaar is. Niets kan het onveranderlijke vernietigen.’
Bhagavad Gita II.17

Dit vers onthult de meest diepzinnige visie over de onveranderlijke essentie van Īśvara. Zo zijn er veel meer prachtige Bhagavad Gita verzen die gaan over het onveranderlijke in al het veranderlijke.

Alles wat we kennen komt en gaat. Sneeuw valt en sneeuw smelt. Dierbaren komen in je leven en vertrekken weer. Je haar wordt langzaam grijs en je beseft: ook dit lichaam gaat een keer. Alles wat geboren is, zal sterven. Maar ‘weet dat het werkelijke onverwoestbaar is’, aldus Heer Krishna.

Dit is meer dan een troostrijk geloof. Krishna spoort Arjuna (en ons) aan om deze werkelijkheid te ontdekken. ‘Begrijp’ of ‘weet’ dat het werkelijke onverwoestbaar is. Want dan ‘zul je vrij zijn van verdriet’ (dit is de rode draad in de Bhagavad Gita).

Het werkelijke in elke ervaring

Wat is ‘het werkelijke’? Het Sanskrietwoord is sat en dat betekent hier ‘dat wat onafhankelijk bestaat’. Het gaat niet over íets dat bestaat, maar over bestaan zelf.

In elke ervaring kun je bestaan herkennen. Waarschijnlijk zit je nu op een stoel. Bestaat deze stoel? Ja, de stoel bestaat, de stoel is. De tafel? De tafel is. De bloem in de vaas op tafel? De bloem is.

Bestaan is niet een eigenschap van de stoel, de tafel en de bloem. Het is een substantie op zichzelf. In de ervaring van de bloem is er de ‘bloem-ervaring’ en de ‘is-ervaring’. De ervaring van ‘is’ valt niet op, omdat het in elke ervaring aanwezig is. Zoals wanneer je in de bioscoop geniet van de film-ervaring, maar je de doek-ervaring niet opmerkt. Terwijl de film er niet kan zijn zonder het doek. En als de film is afgelopen, blijft het doek bestaan.

Als de bloem verwelkt, wat gebeurt er dan met ‘is’? De bloem naam en vorm verdwijnt, maar het bestaan verdwijnt niet. We kunnen dan zeggen de ‘verwelkte bloem is’. Namen en vormen veranderen, maar de ‘is’ in alles is de constante, die onverwoestbaar is.

Het is allesdoordringend

Het vers zegt ook: dat werkelijke (sat) doordringt alles. Allesdoordringend wil zeggen dat het mij ook insluit. Het werkelijke is de waarheid van zowel het geziene als de ziener, van object en subject. Niet alleen de bloem is, maar ik ben. Het is mijn eigen zelf, dat ‘onveranderlijk en onverwoestbaar’ is.

De Bhagavad Gita onthult in andere verzen dat het zelf zowel bestaan (sat) als bewustzijn (cit) is. In elke cognitie is bewustzijn aanwezig. Ik ben me bewust van de bloem, anders kan ik niet zeggen ‘de bloem is’. Dat betekent: ‘bloem-bewustzijn is’. Bewustzijn is het werkelijke dat alles doordringt. Meer hierover lees je in het artikel Wat is bewustzijn?  

Het uiteindelijke inzicht dat de Bhagavad Gita geeft, is dat je één bent met Īśvara. Īśvara is het totale bewuste wezen met alle kennis en jij bent een individueel bewust wezen met beperkte kennis. Īśvara zou kunnen zeggen ‘ik ben’ en jij kunt zeggen: ‘ik ben’. De betekenis van ‘ik ben’ is ‘bewustzijn is’, sat-cit. Deze eenheid tussen het individu en het geheel is het feit der feiten.

Door de Bhagavad Gita diepgaand te bestuderen kun je op een ontspannen manier aan je emotionele volwassenheid werken, in het besef van je verbondenheid met Īśvara. En dan kun je geleidelijk, met een kalme geest, tot de standvastige kennis komen: ‘ik ben het werkelijke in alles, dat onverwoestbaar is’.

Meer lezen? Bekijk deze boeken:

boek Bhagavad Gita
Geplaatst op 1 reactie

Nieuwe vertaling van de Bhagavad Gita

Nederland is een vertaling van de Bhagavad Gita rijker. Een bijzondere vertaling, omdat deze rechtstreeks uit het Sanskriet is overgezet, en niet uit het Engels. Rommert en Manon van Dijk hebben de Bhagavad Gita vertaald om de studie van dit duizenden jaren oude Vedische geschrift te ondersteunen en deze kennis toegankelijker te maken. De vertaling is verkrijgbaar in een prachtig hardcover boek en in de vorm van een Studieboek. De boekenserie is compleet gemaakt met twee verschillende Bhagavad Gita chantboeken.

In deze blog vertelt Manon over het traditionele Bhagavad Gita onderwijs en de totstandkoming van deze boekenserie.

De Bhagavad Gita is voor miljoenen mensen een grote bron van inspiratie. Niet alleen in India, maar overal ter wereld, ook hier in Nederland, putten mensen kracht uit dit ‘Lied van de Heer’ door de verzen te chanten of te lezen, door over de betekenis te praten of er in stilte op te reflecteren.

De Bhagavad Gita is voor iedereen in elke tijdsperiode interessant, omdat dit boek over de meest wezenlijke vragen gaat. Wat is de oorzaak van menselijk lijden? Hoe kunnen we ons hieruit bevrijden? Wat is de natuur van God? En wie ben ik?

Wat is de Bhagavad Gita? Lees hier een samenvatting.

Geraakt door de Bhagavad Gita

Ook al is de Bhagavad Gita al duizenden jaren oud en ingebed in de Vedische cultuur toch blijkt dat vrijwel iedereen die deze tekst leest geïnspireerd raakt. Enkel door de vertaling te lezen beleef je de diepgang van de Bhagavad Gita, omdat zij gaat over de fundamentele zoektocht van ieder mens naar een leven vrij van innerlijke onrust.

Zo werden wij zelf als twintigers, aan het begin van onze spirituele zoektocht, ook geraakt door deze wonderlijke dialoog tussen Arjuna en Heer Krishna. Eigenlijk zonder er op dat moment veel van te begrijpen.

Pas veel later ontdekten we dat de Bhagavad Gita wordt onderwezen in een duizenden jaren oude onderwijstraditie. Nog weer later dompelden we ons drie jaar lang onder in deze Advaita Vedanta traditie, in de Arsha Vidya Gurukulam in Anaikatti, Zuid-India.

Traditionele studie van de geschriften

We leefden daar in India in een studiegemeenschap van zo’n honderd studenten afkomstig uit alle delen van de wereld, die allemaal op zoek waren naar antwoorden op de fundamentele levensvragen. Dat alleen al was een enorm warm bad. En het traditionele Vedanta-onderwijs van Swami Dayananda (1930-2015) deed ons verstelt staan. Tot die tijd hadden we er nog geen idee van hoe helder deze diepzinnige kennis ontvouwd kon worden.

In die drie jaar bestudeerden we de belangrijkste Vedanta-geschriften en commentaren, waaronder verschillende Upanishads en de Bhagavad Gita met het commentaar van Adi Shankara (800 na Chr.). Daarnaast kregen we les in Sanskriet en Vedisch chanten.

Sinds 2015 geven we deze kennis op de traditionele wijze door in Nederland. We onderwijzen zowel de diepere betekenis van de Bhagavad Gita, alsook het traditioneel chanten van de 700 verzen. (Zie www.advaita.nl)

Resultaat van jarenlange studie

Deze Bhagavad Gita vertaling is het resultaat van onze studie en van het onderwijzen van de geschriften. Voor het lesmateriaal van onze Bhagavad Gita cursussen hebben we elk jaar een paar hoofdstukken uit het Sanskriet vertaald. Zo is deze vertaling geleidelijk ontstaan met dank aan onze leraren én studenten.

Afgelopen zomer hebben we tijd vrij gemaakt om de tekst achter elkaar in zijn geheel grondig door te lopen en prachtig te laten vormgeven door IRIS prints. Op veler verzoek geven we deze Nederlandse vertaling nu uit in een luxe hardcover editie en in een Studieboek met het Sanskriet en een woord-voor-woord-vertaling.

Twee chantboeken

Naast de Nederlandse vertaling in hardcover en als studieboek, bestaat de boekenserie uit twee chantboeken voor het comfortabel chanten van de Bhagavad Gita. We hebben een editie met enkel de Sanskriet-verzen in transliteratie en een editie met enkel het Devanāgarī, het mooie schrift wat veel mensen kennen als het Sanskriet.

Heb je vragen over deze boekenserie of wil je reageren? Mail dan naar manon@viveki.nl of reageer hieronder.

De Bhagavad Gita boeken zijn verkrijgbaar in onze webshop en in de (online) boekhandel.

Geplaatst op Geef een reactie

De drie guna’s: een model voor innerlijke groei

Een bekend model in Vedanta en in de yogafilosofie is dat van de drie guna’s of principes: sattva, rajas en tamas. Kort gezegd staat sattva voor kennis, rajas voor activiteit en tamas voor passiviteit. Er is al veel geschreven over de drie guna’s. In dit artikel staat de vraag centraal: hoe helpt dit model ons bij onze emotionele groei en daarmee indirect bij het begrijpen van Advaita Vedanta?

In de Bhagavad Gita spreekt Krishna als Īśvara, de oorzaak van de wereld. Hij zegt in vers 7.12: ‘Weet dat de wezens die zijn ontstaan uit sattva, rajas en tamas, enkel uit mij zijn ontstaan.’ Alles in de wereld, alle wezens en dingen, komen voort uit de oorzaak die deze drie eigenschappen heeft: sattva, rajas en tamas.

Sattva, rajas en tamas vinden we overal terug in de wereld. De eigenschappen van de oorzaak dringen namelijk door in het gevolg. Neem bijvoorbeeld koffie: de eigenschappen van de koffiebessen bepalen de eigenschappen van de koffiebonen en dus van de koffie die je na een lang proces uiteindelijk drinkt.

De drie guna’s zijn de eigenschappen van de oorzaak van het universum en dringen door in alles. De guna’s komen dus ook tot uiting in ons gedrag, ons lichaam, onze zintuigen en onze geest.

Iedereen is een combinatie van de 3 guna’s

In de Bhagavad Gita vinden we tientallen verzen over de guna’s, waarin Heer Krishna uitlegt hoe iedereen een combinatie is van sattva, rajas en tamas. En dat we met ons gedrag de toestand van onze geest positief kunnen beïnvloeden, zodat sattva toeneemt en we met een heldere geest de diepzinnigheid van het leven kunnen ontdekken.

Sattva verwijst op individueel niveau naar tevredenheid, kennis en helderheid, naar het gebruiken van je intellect en het volgen van de universele normen en waarden (dharma). Wanneer je verdiept bent in muziek, in het analyseren van een probleem of wanneer je begripvol en medelevend bent, dan overheerst sattva. Iedereen heeft deze kwaliteit, want iedereen kent liefde. Ook al is iemand nog zo verhard door jarenlange maffiapraktijken, als deze man zijn teen stoot tegen een tafelpoot, dan zal hij uit medeleven naar zijn voet grijpen en liefde ervaren.

Rajas is ambitie, energie, verlangen, rusteloosheid en gedrevenheid. Tamas is traagheid, sufheid, onverschilligheid, luiheid.

Je kunt niet zonder tamas. Je hebt tamas nodig om te kunnen slapen. Daarom is het lastig in slaap vallen als je tot laat in de avond iets actiefs hebt gedaan. We hebben ook rajas nodig om in beweging te komen en actief te zijn in het leven. Maar sattva zou geleidelijk in je leven dominant moeten worden, dan ben je emotioneel gegroeid; een emotioneel volwassen persoon.  

Vier type mensen

De Bhagavad Gita onderscheidt vier karakters of type mensen op basis van de drie guna’s. Niet om te veroordelen, maar om een model te creëren voor onze innerlijke groei. De vraag is niet: waar staat mijn partner, buurman of collega in dit model? Maar: waar sta ik? En hoe kan ik sattva dominant maken in mijn leven?

Vier type mensen op basis van guna-dominantie:

1. sattva-rajas-tamas

Deze mensen leven een contemplatief, onderzoekend en vreedzaam leven. Kennis, devotie en/of meditatie staan elke dag centraal. Daarnaast zijn ze voldoende actief en volgen ze bij hun handelingen dharma, de natuurlijke orde. En natuurlijk gaan ze ’s avonds tevreden slapen onder invloed van tamas.

2. rajas-sattva-tamas

Altijd bezig, actief en ambitieus, zo kunnen we dit type beschrijven. Sattva overheerst tamas, waardoor deze mensen verstandige keuzes maken in lijn met dharma. Hun handelingen zijn niet egocentrisch, maar een zegen voor de maatschappij. Snel gekwetst zijn hoort bij dit type mens.

3. rajas-tamas-sattva

Nu neemt tamas de tweede plek in. Rajas overheerst nog steeds, maar deze mensen zijn voornamelijk egoïstisch of hebzuchtig in hun handelen. Teleurstelling is hun niet vreemd.

4. tamas-rajas-sattva

In dit type mens is tamas de dominante guna. De meeste tijd gaat op aan slapen en eten. De geest is slaperig, afgestompt of depressief. Een puber die pas rond het middaguur uit bed komt om een pizza te bestellen en de rest van de dag op de bank gaat hangen, valt onder dit type. Maar ook iedere baby heeft tamas als dominante guna.

Uit De essentie van de Bhagavad Gita van Swami Dayananda:
‘Deze vier type mensen vind je overal in de wereld, niet alleen in India. Iedereen wordt geboren met overheersend tamas; een pasgeboren baby slaapt twintig uur per dag. Naarmate hij groeit, slaapt de baby minder en wordt hij actiever; komt hij meer onder de invloed van rajas. Naargelang hij kennis verzamelt, wordt hij meer en meer door sattva gevormd. Als je in staat bent om meer te zien dan zichtbaar is, om voorbij te gaan aan de zintuigen en de diepzinnigheid van het leven te zien, dan ben je sāttvika; beïnvloed door sattva. Je bent dan contemplatief.’

Waarom zijn er niet meer type mensen mogelijk? Waarom niet tamas-sattva-rajas en sattva-tamas-rajas? Wanneer sattva dominant is, dan kan alleen rajas de tweede plek innemen. Wanneer tamas in iemand dominant is, dan zal de tweede rajas zijn. Sattva en tamas staan namelijk te ver van elkaar af.

Drie guna’s: pad van innerlijke groei

Dit model stippelt voor ons de route naar emotionele volwassenheid uit. Fysiek volwassen worden we vanzelf, maar emotioneel volwassen niet. Door ons hiervoor in te spannen kunnen we van type 4 naar type 1 groeien: tevreden, verstandig, liefdevol en wijs.

Swami Dayananda: ‘Iedereen moet groeien om sāttvika te worden. Hiervoor moet iemand die tāmasa is – voor wie eten en slapen de belangrijkste activiteiten zijn – eerst rājasa, actief, worden. Zelfs al zijn handelingen in eerste instantie egoïstisch, toch moet hij beginnen met iets te doen. Naderhand kan zijn handelen geleidelijk tot werk gericht worden dat gewijd is aan een ander doel dan het bevredigen van zijn eigen behoeften. Als hij zijn intellect hierbij niet misbruikt, zal hij meer en meer sāttvika worden.’

‘Wees altijd gevestigd in sattva-guna
–  Bhagavad Gita 2.45

Krishna spoort Arjuna in de Bhagavad Gita aan om zijn geest in sattva te vestigen. Wanneer sattva dominant is, dan is er kalmte, onderscheidingsvermogen (viveka) en een onderzoekende, contemplatieve houding. Een geest met deze kwaliteiten is nodig om het onderwijs van Vedanta te kunnen begrijpen en jezelf te ontdekken als vrij van de drie guna’s, als de onveranderlijke basis van de hele wereld.

Hoe kun je jouw geest in sattva vestigen?

Hoe kun je sattva laten toenemen in je leven? De Bhagavad Gita geeft een aantal duidelijke richtlijnen over sattvisch voedsel bijvoorbeeld en het geven van giften. Denk ook aan dharma volgen in plaats van je voorkeur of afkeer, anderen helpen, boeken lezen, Vedanta studeren en yoga en meditatie. Dit zijn allemaal sattva-verhogende bezigheden.

In dit artikel wil ik één middel (sādhana) uitlichten: het beoefenen van sattvische spraak. Dit wordt ook wel vāk-tapas, discipline in spraak, genoemd.  

Sattvische spraak

De spraak is een krachtig instrument en kan veel goed doen, maar ook veel kapotmaken in relaties. Woorden doen wel degelijk pijn. Het is zeer de moeite waard om meer discipline in je spraak te ontwikkelen. Via beheersing van de spraak krijg je meer beheersing over je geest. De beoefening van sattvische spraak is dus zowel waardevol voor jezelf als voor je omgeving.

Sattvische spraak kent volgens de Bhagavad Gita (17.15) vier basiskwaliteiten:

  • veroorzaak met je woorden geen onrust of pijn (anudvegakaram)
  • spreek de waarheid (satyam)
  • spreek aangenaam, vriendelijk (priyam)
  • zeg nuttige dingen (hitam)

In zijn commentaar op de Bhagavad Gita schrijft Śaṅkarācārya dat alleen een uitspraak die alle vier de kwaliteiten bezit, vāktapas genoemd kan worden. De woorden dienen aangenaam (priyam) te zijn, zodat ze de ander onmiddellijk een plezier doen. En nuttig (hitam), zodat ze iemand op de lange termijn gelukkiger maken. En wat je zegt dient ook waar te zijn.

Een onmogelijke opgave?

Het lijkt misschien een onmogelijke opgave, maar zie het als een groeiproces. Zelfs een beetje meer aandacht voor je spraak kan een groot verschil maken, omdat het je alerter maakt en je daardoor betere keuzes kunt maken in het leven.

Misschien wordt het aantal woorden dat je spreekt een stuk minder, maar je woorden zullen meer betekenis krijgen. Je relaties zullen beter zijn, met minder conflict, wat allemaal bijdraagt aan je innerlijke kalmte.  

Natuurlijk is het niet continu mogelijk of zelfs wenselijk om je aan al deze vier basiskwaliteiten te houden. Het gaat erom dat je een bewuste afweging maakt als je spreekt en deze kwaliteiten zijn een leidraad. Soms is het nodig om niet de waarheid te spreken of om iets te zeggen wat even onrust kan veroorzaken, of om over koetjes en kalfjes te praten.

Śaṅkara geeft in zijn commentaar een voorbeeld van een uitspraak die voldoet aan de vier kwaliteiten: ‘Mijn beste, moge je in vrede zijn. Bestudeer dagelijks de Veda en beoefen karmayoga. Dan zul je mokṣa (vrijheid) bereiken.’ Dit is kalmerend, waar, plezierig en nuttig!

Een gebed voor beheerste spraak

Sattvische spraak is dus een goed middel om een alerte geest te ontwikkelen en te behouden. En een geest die alert, geconcentreerd en kalm is, kan de diepzinnige visie van Vedanta begrijpen.

Ik sluit graag af met de eerste twee zinnen uit de śānti-mantra van de Aitareya-upaniṣad, bedoeld voor harmonie tussen geest en spraak.

vāṅme manasi pratiṣṭhitā, mano me vāci pratiṣṭhitam
‘Moge mijn spraak gevestigd zijn in mijn geest. Moge mijn geest gevestigd zijn in mijn spraak’

Moge mijn spraak gevestigd zijn in mijn geest betekent: laat mijn spraak in lijn zijn met wat ik weet. Moge mijn geest gevestigd zijn in mijn spraak wil zeggen: moge mijn geest op mijn tong aanwezig zijn, zodat ik niet mechanisch praat, maar bewust, met mijn aandacht bij wat ik zeg.

Dit gebed kun je ’s ochtends en ’s avonds gebruiken om jezelf te ondersteunen bij het ontwikkelen van discipline in spraak. En vraag je regelmatig op de dag af: waarom wil ik nu iets zeggen? Heb ik iets te vertellen dat vredig, waar, plezierig en nuttig is? Of wil ik de tijd doden met geklets, roddelen om me beter te voelen of mijn gelijk halen in een zinloze discussie? Deze alertheid kan je veel innerlijke groei opleveren.

Geplaatst op 2 reacties

Vedanta: ontspannen jezelf leren kennen

Je verlangt naar blijvend geluk, rust, stilte, liefde. Wat kun je dan doen? Alles achter je laten en naar een grot in de Himālaya’s vertrekken om daar te mediteren? Eindeloos coaching en training volgen om je persoonlijkheid te perfectioneren? Advaita Vedanta zegt: ontspan, stel je open voor het onderwijs van de Upanishads en je zult zien dat je al bent wat je wilt zijn.

Advaita Vedanta biedt ons een proces van transformerend inzicht en ontspanning. Er komt geen strijd bij kijken. Geen stress, geen hardheid naar jezelf of anderen. Geen druk om jezelf te verbeteren of te ontwikkelen. Vedanta maakt juist een eind aan het voortdurend ‘worden’, ook wel samsāra genoemd.

Samsāra kenmerkt zich door een onophoudelijk streven om zekerder en gelukkiger te worden. Dit uit zich bij iedereen steeds weer anders in kleine en grote wensen. Van de wens voor een andere haarkleur tot de wens voor een wereldreis. Dit is de voortdurende zoektocht van de mens; een leven van ‘worden’.

Je bent al wat je wilt zijn

Vedanta heeft een unieke visie op jou, namelijk: je bent al precies wat je wilt zijn. Lees ook: De zoeker is het gezochte. Je wilt vrij zijn van alle beperkingen die je denkt te hebben, zoals verdriet, onzekerheid, pijn, ziekte en onwetendheid, en dat ben je al. Daarom is het hele proces in Vedanta gericht op het wegnemen van de vergissingen over jezelf en het helder krijgen van je eigen onbegrensdheid en vrijheid. Hiervoor hoef je niets te veranderen aan jezelf of je leven.

‘Als we denken dat we daadwerkelijk iets moeten bereiken, verkrijgen of ervaren, dan is onze zoektocht eindeloos. Want iets bereiken kan alleen gaan over iets dat begrensd is. Bij elk bereiken, verkrijgen of ervaren is er een ik aanwezig die iets bereikt, verkrijgt of ervaart. In zo’n situatie blijft er zowel een subject als object aanwezig. En zij begrenzen elkaar. Iets bereiken, verkrijgen of ervaren is altijd begrensd in tijd, plaats en eigenschappen. Terwijl de Upanishad ons het onbegrensde wil laten ontdekken. Dat wat onbegrensd is in tijd, plaats en eigenschappen. Dat betekent: het moet er altijd zijn, het moet overal zijn en het moet alles zijn.’ – uit Sleutel tot de Upanishads

Als het waar is wat de Upanishads en andere Vedanta-geschriften onthullen, als onze essentie onbegrensd is, dan zijn we dus al vrij van alle beperkingen. En hoeven we niets te doen, te veranderen of te ervaren. Het enige wat nodig is, is het wegnemen van de onwetendheid en vergissingen over onszelf.

Je bent een bewust wezen

Het is heel gebruikelijk om jezelf te zien als het lichaam, de geest en zintuigen en de beperkingen hiervan als je eigen beperkingen te zien. Als het lichaam ziek is, ben ik ziek. Als de geest verdriet toont, ben ik verdrietig. Als de oren achteruitgaan, ben ik slechthorend. Maar wat gebruikelijk is, hoeft nog niet waar te zijn.

Vedanta zegt: jij bent je bewust van dit alles. Jij bent een bewust wezen dat zich bewust is van het lichaam-geest-zintuigencomplex en de wereld. Jij bent dit bewuste wezen en niet de dingen waarvan je je bewust bent. De kenner verschilt van het gekende. Deze en andere onderzoeksmethodes schijnen licht op jou, het bewuste wezen, zodat je gaat zien dat je bewustzijn bent; onbegrensd en vrij.

Ontspannen door inzicht

Hoe meer we hiervan begrijpen, hoe meer we ontspannen. Want wat is ontspannen zijn? Is dat niet simpelweg jezelf zijn?

In een moment van ontspanning ben je even niet geïdentificeerd met de rollen die je dagelijks speelt, zoals ouder, kind, werkgever, werknemer, vriend, etc. Al deze rollen hebben zo hun problemen, maar in een moment van ontspanning zie je jezelf los van de rollen, als de basis-ik; een eenvoudig bewust wezen.

Hoe meer je vertrouwd raakt met jezelf als een eenvoudig bewust wezen, hoe meer je ontspant in het dagelijks leven en hoe makkelijker het wordt de inzichten van Vedanta te begrijpen, die gaan over de aard en essentie van dit bewuste wezen. Het werkt dus twee kanten op: de inzichten van Vedanta leiden tot ontspanning, omdat je jouw vrijheid gaat zien; en tegelijkertijd helpt ontspannen zijn bij het assimileren van deze kennis.

Ontspannen door meditatie

Zo bezien is er wel iets wat je kunt doen, naast het regelmatig luisteren naar het onderwijs van Vedanta, namelijk: ontspannen. Niet door jezelf te verdoven of te vluchten in tal van activiteiten, maar door de tijd te nemen om terug te keren naar jezelf als een eenvoudig bewust wezen. Bijvoorbeeld door een stille wandeling in de natuur te maken, naar mooie muziek te luisteren, yoga te beoefenen of te mediteren.

In de Bhagavad Gita geeft Heer Krishna in vers 5.27 een aantal voorbereidende stappen voor meditatie, waaronder ‘sparśān kṛtvā bahir bāhyān’ – het extern houden van de externe wereld. Deze stap vormt ook een ontspanningsmeditatie op zich. Nu vraag je je misschien af waarom, want de buitenwereld is al buiten. Dat klopt, en toch ook niet. De mensen waar we een nauwe relatie mee hebben, zijn vaak ook in onze geest aanwezig als een bron van frustratie of zorgen. Als we willen dat mensen anders zijn, dan creëert dat spanning; er is weerstand tegen de feiten. Met een drukke binnenwereld vol mensen die voor onrust zorgen, kun je niet op je gemak zijn.

Om te ontspannen kunnen we bewust de buitenwereld buiten houden door iedereen de vrijheid te geven om te zijn wie hij of zij is. Zo laten we de weerstand los.

De kern van deze meditatie is:

Hoe meer ik anderen de vrijheid geef om te zijn zoals ze (in mijn ogen) zijn, hoe vrijer ik ben.

Meditatie: de buitenwereld buiten houden

Neem plaats op een rustige plek en sluit je ogen. Denk aan een natuurlijke omgeving; een gebergte, een groene vallei, een rivier, paarden, een blauwe lucht. Hoe sta je in relatie tot deze natuur? Je wilt niet dat de bergen hoger zijn, het gras groener of de lucht blauwer. Je wilt niet dat het anders is dan het is. Je neemt de bergen zoals ze zijn, de lucht zoals hij is. Je bent een simpel bewust wezen, een ontspannen, tevreden persoon. Je kunt dezelfde persoon zijn in relatie tot de mensen in je directe omgeving.

Visualiseer deze mensen een voor een. Je moeder, je vader, je kinderen, je partner, vrienden, collega’s. En zeg voor jezelf: ‘Dit is hoe hij/zij is, was, in mijn ogen. Ik geef je de vrijheid om te zijn wie je bent.’  

We kunnen anderen niet veranderen; iedereen heeft zijn eigen achtergrond, mogelijkheden en beperkingen. Soms willen we wel, maar kunnen we niet veranderen. Dit valt allemaal binnen de psychologische orde, en is dus in orde.

Vrijheid ontdekken

Samengevat bieden de Upanishads en de Bhagavad Gita ons de tools en inzichten om onze vrijheid op een ontspannen manier te ontdekken. Daar is geen ‘worden’, geen strijd, geen stress bij betrokken. Het proces van je eigen vrijheid ontdekken kenmerkt zich van begin tot eind door ontspanning.


Verder lezen?

Geplaatst op Geef een reactie

Advaita Vedanta: transformerende kennis

transformatie

Is Advaita Vedanta enkel een intellectuele uitdaging? Soms kan dit zo lijken. De Upanishads en de Bhagavad Gita – de bekendste Vedanta-geschriften – zijn niet eenvoudig te begrijpen. Ze gebruiken verfijnde onderzoeksmethodes, paradoxen en metaforen om de essentie van de wereld en onszelf te ontvouwen. Wie van een intellectuele uitdaging houdt, komt bij Vedanta dus zeker aan zijn trekken, maar dat is niet het doel van Vedanta. Het doel is bevrijding (moksha). Bevrijding van onzekerheid en ontevredenheid door een blijvende transformatie in ons denken en in onze houding naar onszelf en het leven.

Van ontevredenheid naar dankbaarheid

Vedanta helpt ons op de eerste plaats om een objectieve, dankbare houding naar het leven te ontwikkelen door in te zien dat alles gegeven is. Niets is van mij. Mijn lichaam? Gegeven. Ademhaling? Gegeven. Hartslag? Gegeven. Intellect? Gegeven. Emoties? Gegeven. Voedsel en water? Gegeven. Dit alles is niet van mij. Ik ben niet de eigenaar, want ik ben niet de maker.

Maar wat ik zelf creëer, daarvan ben ik de maker. Dit artikel schrijf ik, dus is het toch van mij? Ik zet voor de duidelijkheid wel mijn naam erbij, maar het is niet van mij. Ik schrijf dit nu met een geest, kennis en vingers die ik gekregen heb. Daarom is niets van mij. Ik heb vele dingen ‘in beheer’, maar ik kan nergens een claim op leggen.

Bhagavad Gita boek Nederlands

Swami Dayananda in De essentie van de Bhagavad Gita:

‘Alles is ons gegeven. Wat hebben wij in deze wereld gecreëerd? Je zou kunnen zeggen dat we vele uitvindingen gedaan hebben, maar een uitvinding is enkel mogelijk als er een potentie voor is. Naar de maan reizen en weer terugkomen was een prestatie die mogelijk was; naar de zon reizen en weer terugkomen is niet mogelijk. Mogelijkheden zijn ons gegeven; met ons intellect, dat ons ook gegeven is, onderzoeken we, ontdekken we en maken we gebruik van deze wereld. Dit geldt voor elke prestatie van elke generatie.’

We hebben elke prestatie te danken aan duizenden bekende en onbekende factoren, die allemaal gegeven zijn.

Dit besef, dat alles gegeven is, maakt dankbaar en bescheiden. De gever geeft in overvloed. Alles leeft, groeit en bloeit uitbundig. In alles is voorzien: water, voedsel, verschillende vormen van genot, het ervaren van uiteenlopende emoties, vriendschap, liefde, muziek en het vermogen om kennis te ontdekken en ervan te genieten. En met dit inzicht ‘niets is van mij’ kunnen we wellicht ook dankbaar weer vertrekken.

Het is gemakkelijk om het leven voor lief te nemen en te klagen over wat er (even) niet is. Maar als ik kan zien dat alles gegeven is, dan maakt ontevredenheid plaats voor dankbaarheid en verwondering over wat er wel is.

Van vervreemding naar verbondenheid

Een volgende stap is de ontdekking van de aard van de gever en onze relatie daarmee. Vedanta ontvouwt dat de gever van alles, alles is. De gever (God of Ishvara) is niet alleen de maker, maar ook het materiaal van alles in de wereld, inclusief ruimte en tijd. Meer hierover lees je in het vorige artikel ‘Een groter perspectief’.

Ishvara, de maker, doordringt de gehele kosmos. Ik kan dus niet bij Ishvara vandaan zijn. Ishvara is aanwezig in mijn lichaam als de biologische en fysieke orde. Ishvara is aanwezig in mijn geest als de cognitieve en psychologische orde. En voor de wereld om mij heen geldt hetzelfde. Ishvara is aanwezig in de aarde, de lucht, het water en de zon. Ishvara’s ontelbare wetten en wetmatigheden maken de wereld zoals zij is.

Als ik dit goed begrijp (tip: lees Ishvara in je leven) dan kan ik ontspannen in mijn totale verbondenheid met het geheel. Dan zie ik mezelf niet langer als een op zichzelf staand, onbetekenend wezen tussen ontelbaar veel andere wezens. Ik ontdek opnieuw het vertrouwen dat ik als kind had in mijn ouders en wat ik nu in de bron kan plaatsen. Ik ontdek dat ik niet vervreemd ben van de bron. Ik ben op elk vlak in mijn leven verbonden met de gever, die alles doordringt en die aan al mijn handelingen betekenis geeft. Wat ik doe, doet er toe, want ik maak deel uit van een immense, intelligente orde, waar ik op elk moment mee in verbinding sta.

Van emotionele leegte naar volheid

Het ontdekken van Ishvara als het geheel creëert de juiste levenshouding en innerlijke kalmte om de visie van Vedanta volledig te begrijpen. Die visie gaat over mij. Zelfkennis is het doel van Vedanta. Zelfkennis geeft de bevrijding van onzekerheid en ontevredenheid waar ik bewust of onbewust naar verlang. Dus de vraag is: wat of wie ben ik?

Als alles Ishvara is, inclusief mijn lichaam en geest, wat blijft er dan nog over? Wat ben ik? In het kort: ik ben een bewust wezen, dat zich bewust is van het lichaam, gedachten, emoties en de buitenwereld. De inhoud van dit bewuste wezen is bewustzijn. Lees ook het artikel ‘Wat is bewustzijn?’

De beperkingen van het lichaam en de geest horen niet bij mij, bewustzijn. De wijze die dit weet, heeft zichzelf als de bron van geluk gevonden. Want bewustzijn is altijd vol, zoals de oceaan.

Zoals de oceaan vol en onveranderd blijft terwijl de rivieren binnenstromen, zo is de wijze altijd vol terwijl alle objecten bij hem binnenkomen. Die persoon bereikt vrede; niet degene die naar objecten verlangt.
Bhagavad Gita 2.70

Uit De essentie van de Bhagavad Gita:
‘De oceaan blijft altijd dezelfde; hij stroomt niet over als rivieren hun water erin storten en hij wordt niet kleiner als rivieren niet meer toestromen. De oceaan is niet afhankelijk van een andere bron van water; alle wateren komen enkel uit de oceaan voort.

Net als de oceaan, is het hart van de wijze altijd vol. Of de wereld nu wel of niet om hem geeft, of hij nu krijgt wat hij wil of niet, hij is gelukkig. Zijn volheid is onafhankelijk van alles wat komt en gaat. Daarentegen zal iemand die voor zijn geluk afhankelijk is van objecten, opgetogen zijn wanneer hij iets krijgt wat hij wil en terneergeslagen wanneer hij het niet krijgt. Zo iemand is als een meertje dat opdroogt als het niet regent en overstroomt als het door een bui wordt gevuld.’

Advaita Vedanta onthult onze essentie als sat-cit-ānanda. Sat betekent: dat wat onafhankelijk bestaat. Dat is mijn essentie: bewustzijn, cit. Elke ervaring komt en gaat in de geest, maar ik, bewustzijn, ben onveranderlijk aanwezig. En bewustzijn is ānanda: vol, onbegrensd. Bewustzijn wordt niet begrensd door tijd, ruimte of eigenschappen, want het is geen object.

Ik ben sat-cit-ānanda, bestaan-bewustzijn-volheid. Elk gevoel van leegte bestaat in mij, is mij, maar beperkt mij niet. Voor iemand met deze kennis is innerlijke leegte enkel schijnbaar, als het nog verschijnt. Gevoelens van leegte en eenzaamheid zullen vroeg of laat verdwijnen door deze zelfkennis.

Wie alle verlangens heeft opgegeven en zo leeft zonder hunkering, zonder gevoel van bezit en zonder gevoel van beperking, die persoon bereikt vrede.
– Bhagavad Gita 2.71

Volheid, onbegrensdheid is mijn natuur. En hetzelfde geldt voor Ishvara. De essentie van Ishvara en mijn essentie is één onbegrensd bewustzijn. Dit is advaita, de non-dualiteit die Vedanta ontvouwt.

De onderwijstraditie van Advaita Vedanta

Deze kennis gaat dus over mijn diepste wezen. Vedanta onthult mijn eenheid met het geheel en bevrijdt mij zo van onzekerheid en ontevredenheid. Als deze kennis uit de Upanishads ontvouwd wordt door een bekwaam leraar, dan komen de woorden tot leven en blijft Vedanta niet slechts een intellectuele uitdaging. Wie is een bekwaam leraar? Een leraar die zelf ook is onderwezen door een leraar uit de duizenden jaren oude onderwijstraditie en die deze kennis voor zichzelf geassimileerd heeft.

Tot slot: deze transformatie in ons denken heeft tijd nodig. Iedereen is op zijn of haar eigen weg en bevrijding is een proces, niet een kortstondige ervaring. Bevrijding is het proces naar de standvastige herkenning van onze vrijheid; de absolute vrijheid die al een feit is.

Geplaatst op 4 reacties

Blijvende tevredenheid

tevredenheid

De mens lijkt in de basis ontevreden. We moeten ons omringen met leuke mensen, lekker eten en plezierige dingen om momenten van tevredenheid te kunnen ervaren. Tevredenheid lijkt te komen en te gaan en afhankelijk te zijn van externe factoren. Advaita Vedanta toont het tegendeel aan: tevredenheid is je natuur; het is ontevredenheid die komt en gaat. De heldere kennis dat je zelf de betekenis van tevredenheid bent, verdrijft de ontevredenheid voorgoed.

Zodra we ons ontevreden voelen, proberen we dit onplezierige gevoel kwijt te raken. We doen afstand van dingen of mensen die we niet plezierig vinden en we vergaren dingen waar we van houden. Dit gaat de hele dag zo door. Maar worden we daar echt tevreden van? Zijn het echt de dingen en mensen die ons tevreden maken?  

Tevredenheid is niet maakbaar

Omstandigheden hebben niet de kracht om ons tevreden te maken. Ga maar na: de ene keer voelen we ons gelukkig als we onze lievelingsmaaltijd eten, en een andere keer kunnen we er niet van genieten, omdat we ons zorgen maken over de extra kilo’s die er de afgelopen maanden bij zijn gekomen. We kunnen tevredenheid niet afdwingen of regisseren. Het lijkt alsof bepaalde mensen, dieren of dingen ons af en toe gelukkig maken. Maar dat komt omdat de ontevreden, onrustige geest even tot rust komt, waardoor tevredenheid, je eigen volheid, zich kan manifesteren in je geest.

Uit De essentie van de Bhagavad Gita van Swami Dayananda:
‘Wanneer je naar iets verlangt, is de geest onrustig; als het verlangde object verkregen is, is de rusteloosheid verdwenen en is de geest bevredigd. Het geluk dat je ontdekt, ligt in deze bevredigde, tevreden geest, niet in een object. Je houdt van die mensen, situaties en objecten die jouw geest tevreden kunnen maken. Niet elk object kan dit; door je achtergrond, waarden en opvoeding staan alleen bepaalde objecten en personen jou aan. Maar het geluk dat je ondervindt komt nooit van objecten of mensen, hoe dierbaar ze ook mogen zijn. Geluk is alleen zichtbaar in een tevreden geest, een geest die niets verlangt, want het zelf is de bron van geluk. De vreugde die je ervaart als je iets moois ziet of een aangenaam liedje hoort, is een expressie van jouw eigen natuur – een greintje van het onbegrensde geluk dat je bent.’

Vrij van wensen

Wat gebeurt er als deze kennis, ontvouwd door het onderwijs van Vedanta, door iemand volledig en helder begrepen is? Dan is iemand vrij van alle wensen. Stel je maar voor: als je zou weten dat je zelf de tevredenheid bent die je zoekt, dat je vol en compleet bent, dat er niets aan jou ontbreekt, dan zullen wensen voor meer veiligheid en meer plezier je niet meer binden. Want je bent niet afhankelijk van de wereld voor je geluk. 

O Arjuna, iemand met standvastige wijsheid is tevreden met zichzelf, in zichzelf, en geeft alle verlangens die in de geest opkomen op. 
Bhagavad Gita 2.55

Tevredenheid staat los van het vervullen van wensen. Dit inzicht kan ons hele leven transformeren. Als onze tevredenheid niet afhangt van omstandigheden, maar onze eigen natuur is, dan zijn we vrij. Dit is de vrijheid (mokṣa) die Advaita Vedanta onthult.

Onwetendheid is het probleem

Maar als tevredenheid onze natuur is, waarom zoeken we er dan naar? Dit komt omdat we onwetend zijn. Door onwetendheid en verkeerde overtuigingen onteigenen we onze ware natuur.

We worden als mens onwetend geboren en doen geleidelijk kennis op over de wereld. Maar de kenner die de wereld, inclusief het lichaam en de geest, waarneemt, blijft een groot raadsel. We leren niets over de ‘ik’ die voortdurend aanwezig is in elke waarneming. Vedanta heeft juist deze kenner, dit bewuste wezen, als onderwerp met als doel om onze onwetendheid te verdrijven, als we dat wensen. Vedanta is specifiek bedoeld voor mumukṣu’s, mensen die naar vrijheid verlangen. Die tot de ontdekking zijn gekomen dat de wereld tijdelijk en veranderlijk is en geen blijvende tevredenheid kan geven.

Tevredenheid ontdekken

Door middel van verfijnde onderwijsmethodes laat het onderwijs van Vedanta zien dat we de beperkingen van het lichaam, de geest en zintuigen op onszelf hebben geprojecteerd. Onze essentie is enkel bewustzijn; vrij van tijd, plaats en eigenschappen, onbegrensd, vol. De tevredenheid die we zoeken is onze eigen onbegrensdheid.

Omdat deze kennis ingaat tegen onze huidige overtuigingen is het om te beginnen van belang een relatieve tevredenheid te ontdekken. Alleen een relatief tevreden persoon kan begrijpen dat hij of zij absolute tevredenheid is, die nooit komt en gaat. Alleen een kalm persoon die vrij is van conflict kan langere tijd bij het onderwijs van Vedanta stilstaan en zijn eigen vrijheid toe-eigenen. Daarom geeft Vedanta ons kwaliteiten om te ontwikkelen, waaronder vairāgya, objectiviteit.

Objectiviteit geeft kalmte

Subjectiviteit is een oorzaak voor veel onrust in de geest en daarmee voor ontevredenheid. Als we de dingen in de wereld onterecht veel waarde toekennen, dan bestaat ons leven uit verwachtingen en teleurstellingen. We kunnen onze subjectieve projecties op de wereld verminderen door te onderzoeken wat de feitelijke waarde is van bijvoorbeeld geld, status en gezelschap. Alles heeft zijn waarde, maar we moeten gaan zien dat de dingen in de wereld ons geen blijvende veiligheid of tevredenheid kunnen geven. Door vairāgya, objectiviteit, te ontwikkelen, wordt de geest kalm, onberoerd door het wel of niet aanwezig zijn van mensen en dingen. Zo ontdekken we een zekere tevredenheid in onszelf.

Wie niet gehecht is aan externe objecten, vindt geluk in zichzelf. Wie echter beschikt over de kennis van brahman, verkrijgt het onvergankelijke geluk.
– Bhagavad Gita 5.21

Het ontwikkelen van objectiviteit en andere kwaliteiten is een voorbereiding voor het volledig begrijpen van de kennis van brahman, het onbegrensde. Het traditionele onderwijs van Vedanta is systematisch en grondig. Door te luisteren naar het onderwijs zul je steeds beter gaan zien wat de natuur is van jezelf en van de wereld. En dat de essentie van jezelf gelijk is aan de essentie van alles.

Bewustzijn is het bestaan van alles en is onbegrensd. Deze onbegrensdheid is de betekenis van wat we tevredenheid noemen. Tevredenheid kan dus niet komen en gaan, want het is jouw natuur. Het is de ontevredenheid die komt en gaat door de onwetendheid en verkeerde overtuigingen over onszelf en de aard van de wereld.

Wil je meer lezen over Advaita Vedanta? Bekijk dan hier ons leesadvies.
Kijk voor (online) Vedanta-onderwijs op Advaita.nl.

Geplaatst op Geef een reactie

Bhagavad Gita quotes over meditatie

De Bhagavad Gita is één van ‘s werelds beroemdste spirituele boeken. Dit duizenden jaren oude ‘Lied van de Heer’ beschrijft de dialoog tussen Heer Krishna en de krijger Arjuna in het Indiase epos de Mahabharata. Krishna onderwijst Arjuna over het zelf dat onverwoestbaar is, over emotionele volwassenheid, over universele waarden, karmayoga, devotie én over meditatie. Hieronder vind je een selectie prachtige quotes in het Nederlands over meditatie. De citaten zijn afkomstig uit hoofdstuk 6 van de Bhagavad Gita.

Eerder plaatsten we al een uitgebreid artikel over meditatie, waarin je leest over de twee soorten meditatie die Advaita Vedanta onderscheidt: voorbereidende meditatie voor degene die zelfkennis wenst en contemplatie voor degene die zelfkennis verkregen heeft. De verzen hieronder gaan voornamelijk over contemplatie en bevatten daarnaast algemene instructies voor alle mediteerders.

Bhagavad Gita quotes uit hoofdstuk 6 ‘Meditatie’

Heer Krishna zei:

yogī yuñjīta satatam ātmānaṁ rahasi sthitaḥ,
ekākī yata-cittātmā nirāśīraparigrahaḥ  6.10 

‘Moge de mediteerder, wiens lichaam en geest beheerst zijn, die vrij is van verlangens en bezittingen, afgezonderd op een rustige plaats verblijvend, continu zijn geest verbinden met het object van meditatie.’ 6.10

śucau deśe pratiṣṭhāpya sthiram āsanam ātmanaḥ,   
nātyucchritaṁ nātinīcaṁ cailājina-kuśottaram  6.11 

tatraikāgraṁ manaḥ kṛtvā yata-cittendriya-kriyaḥ,   
upaviśyāsane yuñjyād yogam ātma-viśuddhaye  6.12 

 ‘Na het inrichten van de eigen zitplaats door een grasmat, een huid en een zachte doek over elkaar heen te leggen, op een schone en stabiele plek die niet te hoog of te laag is, … 6.11

… en daar plaatsgenomen te hebben met een geest die eenpuntig is gemaakt en met de activiteiten van de geest en zintuigen onder controle, moge men meditatie beoefenen voor zuivering van de geest.’ 6.12

samaṁ kāya-śirogrīvaṁ dhārayannacalaṁ sthiraḥ, 
samprekṣya nāsikāgraṁ svaṁ diśaścānavalokayan  6.13 

praśāntātmā vigatabhīrbrahma-cāri-vrate sthitaḥ,   
manaḥ saṁyamya maccitto yukta āsīta matparaḥ  6.14 

‘De romp, het hoofd en de nek stabiel, stil en in één lijn houdend, de ogen alsof kijkend naar de punt van de neus, in plaats van naar alle kanten, … 6.13

… degene met een kalme geest, vrij van angst en standvastig in de keuze voor een gedisciplineerd leven, moge die mediteerder zitten, denkend aan mij (Īśvara), met mij als hoogste doel, terwijl de geest teruggetrokken is van al het andere.’ 6.14

yuktāhāra-vihārasya yukta-ceṣṭasya karmasu, 
yukta-svapnāvabodhasya yogo bhavati duḥkhahā  6.17 

‘Voor iemand die met mate eet en beweegt, die alle activiteiten aandachtig uitvoert en met mate slaapt en wakker is, wordt meditatie de vernietiger van verdriet.’ 6.17

yadā viniyataṁ cittam ātmanyevāvatiṣṭhate, 
niḥspṛhaḥ sarva-kāmebhyo yukta ityucyate tadā  6.18 

‘Wanneer de geest kalm is en alleen in het zelf verblijft, vrij van verlangen naar alle aantrekkelijke objecten, dan wordt de persoon succesvol genoemd.’ 6.18

yathā dīpo nivātastho neṅgate sopamā smṛtā, 
yogino yata-cittasya yuñjato yogam ātmanaḥ  6.19 

‘Zoals een vlam die beschut is tegen de wind niet flikkert.’ Dit voorbeeld wordt gebruikt voor de kalme geest van de mediteerder die op het zelf contempleert.’ 6.19

Lees verder in de Bhagavad Gita.