De Bhagavad Gita is een klein boekje met een grootse visie op het leven. Het is een dialoog tussen Heer Krishna en de prins Arjuna en bestaat uit 700 verzen. Om een idee te geven van de diepzinnigheid en reikwijdte van dit hindoegeschrift deel ik in dit artikel drie prachtige verzen. Het eerste vers gaat over emotionele groei, het tweede over Īśvara (God) en het derde over de onveranderlijke essentie van alles dat leeft.
Vers 1
‘U hebt keuze in uw handelingen, nooit in de resultaten. Beschouw uzelf niet als de oorzaak van de resultaten van uw handelingen. Wees niet gehecht aan inactiviteit.’
Bhagavad Gita II.47
De Bhagavad Gita staat vol met inzichten over hoe je evenwichtig kunt blijven bij alles wat je meemaakt in het leven: plezier en pijn, vreugde en verdriet, lof en kritiek. Karmayoga is hiervoor de sleutel. Karmayoga is een groot onderwerp. Het is een houding naar je handelingen, waarbij je je gewaar bent van Īśvara (God). Zie het boek Emotioneel Volwassen. Dit vers beschrijft het begin van karmayoga, namelijk de realisatie van een feit waar we zelden bij stilstaan.
Het feit is: je hebt een keuze in je handelingen, maar niet in de resultaten. Je kunt kiezen om iets te doen, het niet te doen of het anders te doen. Maar eenmaal gekozen, heb je geen keuze in het resultaat.
Je kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om iemand een bos bloemen te sturen, om geen bloemen te sturen of om de bloemen zelf langs te brengen. Wanneer je de bos bloemen eenmaal hebt opgestuurd, heb je niets meer te zeggen over het resultaat. Of de bloemen geaccepteerd worden of niet, of je een reactie krijgt of niets meer hoort, dat heeft met allerlei bekende en onbekende factoren te maken waar je geen invloed op hebt.
Als je dit feit ‘je hebt keuze in je handelingen, niet in het resultaat’ tot je door laat dringen, wordt het leven al een stuk overzichtelijker. Je kunt je eenvoudigweg richten op waar je wel invloed op hebt in je leven: je handelingen.
Onze maatschappij heeft een obsessie voor resultaten, in de vorm van het aantal declarabele uren, cliënten of likes. Als je per se een bepaald doel wilt bereiken met je inspanningen, dan geeft dat veel stress, want je hebt het resultaat niet in de hand en dat voel je aan. De Bhagavad Gita spoort ons aan om ons te concentreren op onze handelingen en ons geen zorgen te maken over het resultaat.
Vier mogelijke resultaten
Het enige dat we zeker weten is dat elke handeling vier mogelijke resultaten heeft, zoals Swami Dayananda in Emotioneel Volwassen stelt.
Het resultaat van elke handeling is:
1. precies wat je verwachtte,
2. meer dan je verwachtte,
3. minder dan je verwachtte,
4. of het tegengestelde van wat je verwachtte.
Je handelt om een bepaald verlangen te vervullen, maar heel vaak loopt het anders dan verwacht. Dit geldt voor iedereen. Waarom? We moeten het doen met onze beperkte kennis en kunde. We kennen niet alle factoren die meespelen bij het vormen van het resultaat, laat staan dat we er controle over hebben. Maar één ding is zeker: er zijn vier resultaten mogelijk. Willen we onze balans behouden, dan kunnen we hier maar beter op voorbereid zijn.
Stel, je stuurt de bos bloemen in de hoop dat je relatie met de ontvanger tot bloei komt. Nu zijn bovenstaande vier resultaten mogelijk. Als je hierop voorbereid bent, zal je emotionele reactie op een eventueel tegengesteld resultaat minder heftig zijn.
Niemand is een mislukkeling
Als het resultaat tegengesteld is aan je verwachting, dan kun je jezelf een mislukkeling voelen. Maar kun je falen als je geen controle hebt over het resultaat? Hoeveel kennis je ook hebt vergaard, hoeveel je ook geoefend hebt, het resultaat kan toch tegenvallen. Denk aan topsporters die hun doel niet behalen. Het overkomt ons allemaal, omdat we niet de baas zijn over alle factoren die meespelen.
Je bent niet de baas over de natuurwetten, je bent niet de baas over anderen en ook niet over je eigen lichaam en geest. Je bent zelfs niet de baas over je ademhaling. Elke ademhaling is gegeven, elke hartslag is gegeven. Dat je kunt denken en voelen is gegeven. Dat je bestaat is gegeven. Alleen al het feit dat je bestaat maakt je succesvol. Dit is een gezonde kijk op het leven.
Als je dit onderscheid goed doorkrijgt – ik heb een keuze in mijn handelingen, maar niet in het resultaat – dan nemen zorgen en gevoelens van schuld en schaamte af. We hebben nou eenmaal slechts beperkte kennis en we kunnen de wereld niet naar onze hand zetten. Wel kunnen we leren van ervaringen en genieten van alles dat gegeven is.
De Bhagavad Gita zegt: doe je best, ‘wees niet gehecht aan inactiviteit’. Probeer je verlangens te vervullen, terwijl je in harmonie leeft met je omgeving, en laat het resultaat over aan de universele wetten.
Vers 2
‘O Arjuna, ik verwarm de wereld. Ik hou de regen vast en ik laat de regen los. Ik ben onsterfelijkheid en ik ben ook de dood. Ik ben oorzaak en gevolg.’
Bhagavad Gita IX.19
Alles is gegeven; van jouw lichaam tot aan de hemellichamen. We hebben niets zelf gecreëerd. Waar is dan de Gever? Krishna zegt: ik ben overal aanwezig. ‘Ik ben het licht in de zon, dat de aarde verwarmt. Ik hou de regen vast en ik laat de regen los. Ik zorg voor het verschijnen van de seizoenen.’
De Vedische visie op God (Īśvara) is dat er niet één God is, ergens in een hogere wereld, en zelfs niet dat er vele goden zijn, maar dat er enkel God is. Zie het artikel Een groter perspectief.
Als er enkel God is, dan is elk aspect van het leven goddelijk. De oorzaak van de wereld staat niet op afstand, maar is in alles aanwezig in de vorm van talloze wetten en ordes. Dankzij natuurwetten warmt de zon de aarde op en kennen wij in Nederland vier seizoenen. Ook in mijn lichaam, gedachten en emoties zie ik Īśvara in de vorm van de biologische orde, cognitieve orde en psychologische orde. Ik kan begrijpen dat ik kan handelen dankzij de wetten van Īśvara en dat ik de resultaten van mijn handelingen van Īśvara ontvang. De Bhagavad Gita spreekt over de wet van karma en dharma. En al deze wetten zijn met elkaar verbonden in één onfeilbare orde.
De Bhagavad Gita bevat talloze beschrijvingen die je helpen om je gewaar te worden van deze verbondenheid met Īśvara. Zo transformeert een leven van stress en sleur in een leven van ontspanning en verwondering. Je kunt rusten in de erkenning van de onfeilbare bron die overal aanwezig is en alles bestuurt. En je kunt extra genieten van het wonder dat het leven is. Het wonder in de vorm van de zon en de regen. Elk aspect van het leven krijgt diepgang, zo diep als je begrip van Īśvara reikt.
Vers 3
‘Weet dat het werkelijke, dat dit alles doordringt, onverwoestbaar is. Niets kan het onveranderlijke vernietigen.’
Bhagavad Gita II.17
Dit vers onthult de meest diepzinnige visie over de onveranderlijke essentie van Īśvara. Zo zijn er veel meer prachtige Bhagavad Gita verzen die gaan over het onveranderlijke in al het veranderlijke.
Alles wat we kennen komt en gaat. Sneeuw valt en sneeuw smelt. Dierbaren komen in je leven en vertrekken weer. Je haar wordt langzaam grijs en je beseft: ook dit lichaam gaat een keer. Alles wat geboren is, zal sterven. Maar ‘weet dat het werkelijke onverwoestbaar is’, aldus Heer Krishna.
Dit is meer dan een troostrijk geloof. Krishna spoort Arjuna (en ons) aan om deze werkelijkheid te ontdekken. ‘Begrijp’ of ‘weet’ dat het werkelijke onverwoestbaar is. Want dan ‘zul je vrij zijn van verdriet’ (dit is de rode draad in de Bhagavad Gita).
Het werkelijke in elke ervaring
Wat is ‘het werkelijke’? Het Sanskrietwoord is sat en dat betekent hier ‘dat wat onafhankelijk bestaat’. Het gaat niet over íets dat bestaat, maar over bestaan zelf.
In elke ervaring kun je bestaan herkennen. Waarschijnlijk zit je nu op een stoel. Bestaat deze stoel? Ja, de stoel bestaat, de stoel is. De tafel? De tafel is. De bloem in de vaas op tafel? De bloem is.
Bestaan is niet een eigenschap van de stoel, de tafel en de bloem. Het is een substantie op zichzelf. In de ervaring van de bloem is er de ‘bloem-ervaring’ en de ‘is-ervaring’. De ervaring van ‘is’ valt niet op, omdat het in elke ervaring aanwezig is. Zoals wanneer je in de bioscoop geniet van de film-ervaring, maar je de doek-ervaring niet opmerkt. Terwijl de film er niet kan zijn zonder het doek. En als de film is afgelopen, blijft het doek bestaan.
Als de bloem verwelkt, wat gebeurt er dan met ‘is’? De bloem naam en vorm verdwijnt, maar het bestaan verdwijnt niet. We kunnen dan zeggen de ‘verwelkte bloem is’. Namen en vormen veranderen, maar de ‘is’ in alles is de constante, die onverwoestbaar is.
Het is allesdoordringend
Het vers zegt ook: dat werkelijke (sat) doordringt alles. Allesdoordringend wil zeggen dat het mij ook insluit. Het werkelijke is de waarheid van zowel het geziene als de ziener, van object en subject. Niet alleen de bloem is, maar ik ben. Het is mijn eigen zelf, dat ‘onveranderlijk en onverwoestbaar’ is.
De Bhagavad Gita onthult in andere verzen dat het zelf zowel bestaan (sat) als bewustzijn (cit) is. In elke cognitie is bewustzijn aanwezig. Ik ben me bewust van de bloem, anders kan ik niet zeggen ‘de bloem is’. Dat betekent: ‘bloem-bewustzijn is’. Bewustzijn is het werkelijke dat alles doordringt. Meer hierover lees je in het artikel Wat is bewustzijn?
Het uiteindelijke inzicht dat de Bhagavad Gita geeft, is dat je één bent met Īśvara. Īśvara is het totale bewuste wezen met alle kennis en jij bent een individueel bewust wezen met beperkte kennis. Īśvara zou kunnen zeggen ‘ik ben’ en jij kunt zeggen: ‘ik ben’. De betekenis van ‘ik ben’ is ‘bewustzijn is’, sat-cit. Deze eenheid tussen het individu en het geheel is het feit der feiten.
Door de Bhagavad Gita diepgaand te bestuderen kun je op een ontspannen manier aan je emotionele volwassenheid werken, in het besef van je verbondenheid met Īśvara. En dan kun je geleidelijk, met een kalme geest, tot de standvastige kennis komen: ‘ik ben het werkelijke in alles, dat onverwoestbaar is’.